Baard en Kale Integraal 10: De Tussenjaren
Baard en Kale Integraal 10: De Tussenjaren, door Maurice Rosy, Marcel Remacle, Marcel Denis.
Deze integrale bundelt de twee avonturen van Baard en Kale die door Marcel Denis zijn getekend. Dat zijn de vaak vergeten verhalen Baard en Kale in Hollywood (geschreven door Maurice Rosy uit 1960) en Schiet niet op het Zeepaardje (naar een scenario van Marcel Remacle uit 1961). Geen van deze verhalen is in de reguliere stripreeks van Dupuis opgenomen. Enkel Baard en Kale in Hollywood publiceerde Albino in 1982 in een beperkte en genummerde oplage in zwart-wit, zowel in het Nederlands als het Frans. Daar kwam ook een mini-album van uit, maar dat waren gewoon fotokopies waarvan de kwaliteit dermate schabouwelijk was dat teksten vaak onleesbaar waren en de tekeningen heel wat onderbrekingen kenden.
Marcel Denis kreeg zijn kans nadat Will er de brui aan gaf bij uitgeverij Dupuis. Hij tekende al tien jaar lang Baard en Kale en was de sleur beu. Hij was zelfs het striptekenen zat. Bij Kuifje, de grootste concurrent van Robbedoes, kon hij in 1958 aan de slag als artistiek directeur. Het weekblad wilde namelijk van look veranderen. Die job had Will te danken aan André Franquin die zelf omwille van een dispuut met uitgever Charles Dupuis het weekblad Robbedoes verruilde voor Kuifje. De ruzie raakte snel uitgeklaard, maar Franquin was contractueel gebonden aan Kuifje om vijf jaar lang de strip Ton en Tineke te tekenen. Wills ambities voor Kuifje logen er niet om: “Ik wilde van Kuifje een soort Playboy maken met die specifieke grafische kwaliteit, presentatie, veel witruimte, mooie illustraties. Ik ben ervan overtuigd dat een kind daar gevoelig voor is.” Een verschil in druktechniek zorgde er bovendien voor dat Kuifje er in die jaren veel mooier uitzag. Twee jaar lang tekende Will geen strips, wel veel illustraties die de pagina’s van Kuifje opsmukten. Bij zijn terugkeer naar Robbedoes eind 1960 wilde hij Baard en Kale niet opnieuw tekenen. Hij creëerde op scenario van Vicq Erik en Bezaan, waarvan twee langere verhalen en een kort verhaal verschenen, en ging voor Peyo de decors tekenen van Steven Sterk. Denis sprong dus in om de reeks Baard en Kale te vervolgen. Toch had Will al de eerste pagina’s van Baard en Kale in Hollywood getekend voor hij naar Kuifje vertrok.
Na zijn nieuwe overname van Baard en Kale in 1964 (dan toch) kreeg Will eind jaren 1960 nog eens een kans om voor een nieuwe concurrent van Robbedoes te werken. Jean-Michel Charlier wilde samenwerken met de tekenaar voor Pilote, het weekblad waarin nieuwe reeksen als Asterix, Roodbaard en later Blueberry furore maakten. Charles Dupuis reageerde volgens de overlevering ofwel met een ontslagbrief of hij maakte het Will onmogelijk om te vertrekken. In elk geval leidde de crisis tussen beide heren naar de creatie van de enkel in het Frans verschenen collectie Carroussel met geïllustreerde kinderboeken waarvan Will als artistiek directeur de samenstelling en vormgeving op zich nam.
In 2008 gaf het uitgeverijtje La Vache qui Médite uit Waver in beperkte oplage Schiet niet op het Zeepaardje uit. Voor de luxeversie tekende François Walthéry de cover. Marcel Denis is tot zijn dood in 2002 min of meer gefrustreerd gebleven dat zijn Baard en Kale-verhalen door uitgeverij Dupuis niet werden erkend door ze niet uit te brengen als een volwaardig album. Het was trouwens de bedoeling dat Denis nog een derde verhaal zou tekenen, opnieuw op scenario van Rosy met de hulp van Yvan Delporte. Denis had al enkele pagina’s getekend van De Worstjes van Dokter Snoss waarin Stomp mogelijk zou terugkeren die tot dan een te ernstig personage werd bevonden voor de meer komische stijl van Denis. Dupuis stak er een stokje voor en weigerde het verhaal. De integrale verzamelt alsnog de pagina’s van dat nooit voltooide verhaal.